De omstandigheden zijn in Nederland zeer gunstig voor de teelt van pootaardappelen. Meer dan 1.600 pootgoedtelers produceren ruim 950.000 ton pootgoed, waarvan ongeveer 70% wordt geëxporteerd. De telers zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het pootgoed. De NAK ziet erop toe dat het teeltmateriaal aan de gestelde eisen van gezondheid, raszuiverheid en kwaliteit voldoet. Ongeveer 85 keurmeesters keuren circa 38.000 hectare pootgoed.

Naast visuele inspectie van de veldgewassen vindt aanvullend onderzoek plaats. Dit onderzoek richt zich vooral op de virus- en bacterieziekten.

Tijdens de bewerking van een partij pootaardappelen voeren de keurmeesters een partijkeuring uit. Deze inspectie richt zich vooral op de aanwezigheid van knolziekten en gebreken.

Partijen pootgoed die voldoen aan alle normen, worden door de NAK gecertificeerd.
In opdracht van de Minister van LNV voert de NAK ook de fytosanitaire inspecties uit, zowel voor de afgifte van het plantenpaspoort (afzet binnen de EU) als voor afgifte van het fytosanitair certificaat (bestemmingen buiten de EU).

Het NAK-certificaat is tevens het plantenpaspoort. Een plantenpaspoort is verplicht voor de handel in pootgoed binnen de Europese Unie. Dit document geeft aan dat aan de fytosanitaire eisen van de EU is voldaan (geen schadelijke organismen aanwezig).