De zomervlucht van virusoverbrengende bladluizen is op gang gekomen en inmiddels weer aan het afnemen. In dit artikel inzicht in de monitoringresultaten en het belang van regionale interpretatie van de vanggegevens.
Sterke toename
Vanaf week 22 was een duidelijke stijging zichtbaar in het aantal gevangen virusoverbrengende bladluizen. Vooral in week 24 en 25 nam het aantal sterk toe. Inmiddels is deze trend gekeerd en nemen de vangsten af. De zomervlucht lijkt daarmee achter de rug.
Grote regionale verschillen
Net als voorgaande jaren zijn er grote verschillen tussen de vangbakken onderling. Daarom is het belangrijk om niet alleen naar individuele vanglocaties te kijken, maar de bladluissituatie regionaal te beoordelen. Een bredere blik geeft een betrouwbaarder beeld van de actuele situatie in het veld.
Dagelijkse monitoring
Sinds 1 mei worden de vangbakken en zuigvallen dagelijks afgetapt. De exacte locaties van de vangbakken zijn te vinden in de bladluismonitoring-applicatie op de website.
Bij de monitoring worden gevangen bladluizen in het laboratorium gedetermineerd. Dit houdt in dat de verschillende soorten bladluizen worden geïdentificeerd en geteld. Het vaststellen van de soort is belangrijk, omdat bepaalde soorten bladluizen virussen effectiever overbrengen dan andere. De efficiëntie van deze virusoverdracht wordt uitgedrukt in de Relatieve Efficiëntie Factor (REF-waarde).