Om een aardappelras binnen de Europese Unie (EU) te kunnen verhandelen, moet het toegelaten zijn tot de nationale rassenverkeerslijst van minimaal één EU-lidstaat. De nationale rassenverkeerslijst van Nederland is opgenomen in het Nederlands Rassenregister. De registratie en toelating van nieuwe aardappelrassen is een taak van de Raad voor plantenrassen die het Nederlands Rassenregister beheert.

Aardappelrassen kunnen worden opgenomen op de nationale rassenverkeerslijst als ze voldoen aan de DUS-criteriaCGO-onderzoek hebben gehad en een geaccepteerde naam hebben. De NAK keurt en certificeert op basis van de actuele ras status.

Autorisatie van rassen in onderzoek
Op grond van EU-beschikking 2004/842/EG moeten kwekers elk jaar autorisatie aanvragen voor de certificering van aardappelrassen in onderzoek. Voor het verlenen van autorisatie heeft de NAK naast een volledig ingevuld aanvraagformulier het volgende nodig:

  • de voorlopige technische beschrijving van het ras*

*De ‘technische beschrijving’, behorende bij de aanvraag voor inschrijving in het NL rassenregister.

Autorisatie in een andere lidstaat
De autorisatie moet worden aangevraagd in het land waar het ras is aangemeld voor opname op de rassenlijst. Het is wel mogelijk om de autorisatie bijvoorbeeld in Frankrijk, land van aanmelding, aan te vragen en het beproevingsmateriaal in Nederland te produceren, te keuren en te certificeren. In dat geval heeft de NAK een kopie van de buitenlandse autorisatie en de voorlopige rasbeschrijving nodig.

Toegestane hoeveelheid beproevingsmateriaal
De hoeveelheid pootgoed die per ras met een oranje certificaat kan worden gecertificeerd, is afhankelijk van de opgegeven bestemmingen binnen de EU. De hoeveelheid pootgoed die in een lidstaat wordt gebruikt is hierbij de maatstaf. Voor Nederland geldt een hoeveelheid van 400 ton per ras. Deze hoeveelheid wordt groter in het geval van meerdere landen van bestemming.

Certificering van pootgoed
Is een aardappelras eenmaal toegelaten tot de nationale rassenverkeerslijst, dan vindt reguliere certificering plaats. Voordat reguliere certificering voor aardappelrassen mogelijk is worden aardappelrassen die nog in onderzoek zijn, gecertificeerd als geautoriseerd ras en niet-geautoriseerd ras.

Bij een certificaataanvraag voor een aardappelras waarvoor autorisatie is verleend, wordt standaard een oranje certificaat bedrukt.

Om toch vermeerdering en opbouw van een ras mogelijk te maken, stelt de NAK een geel certificaat beschikbaar. Afzet met een geel certificaat buiten Nederland kan problemen geven en is voor eigen risico.

 

Soort certificaat

Aanduiding op certificaat

Verdere vermeerdering
Voorlopige rasnaam Omschrijving Klasse
Geautoriseerd ras Oranje Standaard Op verzoek Beproevingsmateriaal Nee Nee
Geel Op verzoek Op verzoek Kwekersmateriaal Ja Ja
Niet-geautoriseerd ras Geel Standaard Op verzoek Kwekersmateriaal Ja Ja

Meer informatie over de certificering van pootgoed vindt u in de aanwijzing PA-06 Partijkeuring pootaardappelen.