Voorcontrole

De resultaten van de voorcontrole bepalen de maximaal toe te kennen generatie bij de veldkeuring. Als een ras is aangemeld en opgenomen op de rassenlijst, moet een kweker het ras instandhouden. De kweker doet dit door jaarlijks bij granen of, om de zoveel jaar, bij grassen een partij kwekerszaad te produceren.

Van elke partij kwekerszaad wordt een monster uitgezaaid op het Proef- en controlebedrijf van de NAK. Deze velden worden vergeleken met het standaardmonster, het monster waarop het ras is beschreven op lengte, kleur, vorm en tijdstip van in aar komen van het ras. Op deze manier worden de rasechtheid en raszuiverheid beoordeeld. Partijen die bij de voorcontrole niet rasecht zijn, komen niet voor vermeerdering in aanmerking.

Nacontrole

De NAK legt een nacontrole aan van alle in Nederland geproduceerde en gecertificeerde partijen prebasis- en basiszaad en gecertificeerd zaad 1e vermeerdering, dat gebruikt wordt voor de teelt van gecertificeerd zaad 2e vermeerdering (C2). De resultaten worden gebruikt ter ondersteuning van de veldkeuring.

De nacontrole velden worden naast het standaardmonster van het ras uitgezaaid op het Proef- en controlebedrijf en beoordeeld op rasechtheid, raszuiverheid en vermenging. Als een monster onvoldoende stabiel is, duidelijk vroeger of later dan het standaardmonster, wordt na overleg met de kweker de nateelt van het ras afgekeurd of maximaal als gecertificeerd zaad goedgekeurd.