De NAK voert, in opdracht van de NVWA, jaarlijks enkele surveys uit. Hiermee wordt bewaakt of de Nederlandse aardappelkolom vrij is van diverse quarantaine organismen en of de (bestrijdings)maatregelen in de voorliggende schakels van de keten effectief zijn. Controles worden aan lidstaten voorgeschreven d.m.v. diverse Europese richtlijnen.

AM-survey

De Europese richtlijn voor AM regelt de bestrijding en beheersing van de twee aardappel cysteaaltjes Globodera rostochiensis en Globodera pallida, de veroorzakers van aardappelmoeheid. Deze richtlijn schrijft aan de lidstaten voor, dat zij jaarlijks een survey moeten uitvoeren naar de verspreiding van beide aaltjes op percelen die gebruikt worden voor de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen. De survey omvat jaarlijks 0,5% van het areaal waarop in dat jaar dergelijke aardappelen zijn geteeld. De percelen voor survey worden door een willekeurige steekproef bepaald, waarbij gebruik wordt gemaakt van de teeltaangiftes bij het RVO.

Het onderzoek vindt plaats door het nemen van grondmonsters en een laboratoriumonderzoek.
Als er een besmetting met levende cysten wordt gevonden, dan wordt er op het perceel een besmetverklaring opgelegd. Als er geen besmetting wordt gevonden, wordt er geen onderzoeksverklaring AM afgegeven, omdat de gebruikte methode afwijkt.

Meer informatie over de diverse surveys, maatregelen bij een besmetting, beregeningsverboden oppervlaktewater vindt u op de website van de NVWA.