Het zaaizaadlaboratorium van de NAK is geaccrediteerd door de ISTA (International Seed Testing Association). Dit houdt in dat het laboratorium werkt volgens internationaal geaccepteerde methoden en dat er een ISTA certificaat bij een monster afgegeven mag worden, als het onderzoek volgens de ISTA-regels (4×100 zaden) is uitgevoerd. Indien u één van de genoemde onderzoeken wilt laten uitvoeren, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Voor meer informatie over het aanvragen en aanleveren van monsters voor (zaai)zaadonderzoek kunt u de circulaires op het Klantportaal raadplegen. Bij het insturen van monsters dient een ingevuld AVM formulier meegezonden te worden.

Het laboratorium beschikt over een eigen schoningsafdeling. Op deze afdeling kunnen kleine partijen zaad geschoond worden met miniatuur schoningsmachines, zoals de clipper, met bovenzeef, grondzeef en wind en de trieur, waarmee een variatie aan onzuiverheden uit de partij kan worden geschoond.

Bedrijven kunnen uit een geschoonde partij zaaizaad een monster nemen en voor onderzoek opsturen. Het monster kan onderzocht worden op vocht (droogstoofmethode en voor bepaalde soorten een NIR-bepaling), kiemkracht, zuiverheid, vitaliteit (tetrazoliumonderzoek) en gezondheid. De EU-normen voor deze kwaliteitsaspecten zijn opgenomen in de aanwijzingen van de NAK.

De kiemkracht uitslag geeft het percentage zaden aan, dat in het laboratorium aan een normaal kiemplantje geeft volgens de ISTA regels. Het zaad wordt onder de meest optimale omstandigheden te kiemen gelegd. Granen moeten minimaal een kiemkracht van 85% hebben. Bij grassen varieert dit, afhankelijk van de soort, van 70% tot 80%.

Het kwaliteitsaspect zuiverheid geeft aan hoeveel procent van het monster bestaat uit zuiver zaad. De aanwezige verontreinigingen  worden benoemd met wetenschappelijke (Latijnse) naam. De zuiverheidsnormen verschillen per soort. Bij granen en lijnzaad moet de zuiverheid minimaal 99% zijn. Bij grassen varieert dit van 85% voor Veldbeemd tot 96% voor Engels Raaigras. Ook kan er aanvullend onderzoek uitgevoerd worden op rasechtheid van een monster d.m.v visuele beoordeling (korrelkleur). Hier zijn ook normen voor opgenomen in de aanwijzingen van de NAK.

Het laboratorium kan een 1000-korrel gewicht bepaling uitvoeren op een monster. Vochtnormen zijn er in Nederland alleen voor granen, peulvruchten en fijne zaden. Het onderzoeken van het vochtgehalte is van belang, omdat een hoog vochtgehalte de bewaarbaarheid van het zaad kan beïnvloeden.

Bij gezondheidsonderzoek gaat het vooral om schimmels die op het zaad kunnen voorkomen. Deze kiemschimmels kunnen de kieming van het zaad voorkomen of de jonge kiemplant doden. Verder zijn er voor granen normen voor moederkoren.

Uitslagen:

De uitslagen worden afgegeven op een attest, dit kan een NAK-attest zijn of een ISTA-attest. De uitslagen worden weergegeven in percentages (o.a. schoon zaad, zuiver zaad, kiemkracht e.d.) Het attest wordt verzonden als alle uitslagen van de aangevraagde analyses bekend zijn.