Bruinrot- en ringrotonderzoek

Voorwaarden voor de afgifte van het NAK-certificaat oftewel het plantenpaspoort, is dat een partij pootgoed vrij is van quarantaineziekten. De NAK bemonstert en toetst alle partijen pootgoed op bruin- en ringot (Ralstonia solanacearum, Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus). De klasse PB1, PB2 en PB3 hoeven voor eigen gebruik niet getoetst te worden. De NVWA is verantwoordelijk voor de controle op bruinrot en ringrot. De uiteindelijke bevestiging van een besmetting en de daarop gebaseerde maatregelen ligt dan ook bij de NVWA. Naast de integrale toetsing op bruin- en ringrot voert de NAK in opdracht van de NVWA surveys uit om er zeker van te zijn dat de Nederlandse aardappelkolom vrij is van bruin- en ringrot.

Meloidogyne chitwoodi & fallax onderzoek

Volgens de Europese fyto-richtlijn moet pootgoed vrij zijn van de quarantaine organismen Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax (maïswortelknobbelaaltjes). Net als bij de bruin- en ringrot is de NVWA verantwoordelijk voor de controle en besmetverklaring op het organisme en voert de NAK de bemonstering en het onderzoek uit. Onderzoek vindt plaats aan pootgoed binnen de door de NVWA aangewezen gebieden, gebieden waar eerdere besmettingen zijn geconstateerd. Onderzoek in deze gebieden is verplicht wanneer partijen in het handelsverkeer worden gebracht. Informatie over de ligging van deze gebieden is bekend bij uw keurmeester en de NVWA. Daarnaast voert de NAK ook onderzoek uit aan partijen pootgoed buiten de aangewezen gebieden, de zogenoemde ‘bedrijfstoets’. Meer over M. chitwoodi/fallax weten? Ga dan naar de website  van de NVWA.

Virusonderzoek

Alle partijen die in het handelsverkeer worden gebracht worden op virus onderzocht. In sommige gevallen is voor bepaalde klassen ontheffing mogelijk, dit hangt af van het ras en de datum van loofdoodregistratie door de keurmeester. Informatie over ontheffing en vrijstelling van het virusonderzoek staat op de pagina veldkeuring en in de aanwijzing PA-05 veldkeuring pootaardappelen.
Bent u het niet eens met de uitslag van het virusonderzoek? Dan kunt u uiterlijk 7 kalenderdagen na de uitslag een heronderzoek via het Klantportaal aanvragen.
Het nacontrole virus systeem en alle bijbehorende regelgeving kunt u terugvinden in de aanwijzing PA-07 nacontrole pootaardappelen.

Aanvullende onderzoeken bij de nacontrole

Erwinia-onderzoek

Dit onderzoek valt niet onder de verplichte nacontrole onderzoeken. Maar het is wel mogelijk om aanvullend Erwinia-onderzoek op hetzelfde monster uit te voeren. Mits het monster ook op verplicht virus wordt onderzocht. U kunt de Erwinia vóór de bemonstering aanvragen in het Klantportaal. Meer informatie over vrijwillig Erwinia-onderzoek.

PMTV-onderzoek

Dit onderzoek valt niet onder de verplichte nacontrole onderzoeken. Maar het is wel mogelijk om aanvullend PMTV (potato mop top virus) op hetzelfde monster uit te voeren. Mits het monster ook op verplicht virus wordt onderzocht. U kunt de PMTV vóór de bemonstering aanvragen in het Klantportaal. Eventueel is op een later moment ook een losse bemonstering voor PMTV nog mogelijk. Echter is het onderzoek aanvullend op de nacontrole de meest efficiënte en goedkope optie.

PMTV-onderzoek kan nodig zijn voor sommige exportbestemmingen. Een aantal bestemmingen hebben in hun landeneisen een nul-eis voor PMTV opgenomen. Voor de verlading moet dit met een laboratoriumonderzoek worden aangetoond.